Is origineel nog relevant? Verslag van de dag

Op 28 november organiseerden ArtWorlds en Fonds Kwadraat een themadag over originaliteit. Wat een schot in de roos, want niet alleen werd het onderwerp tijdens deze dag op caleidoscopische wijze belicht, het bleek ook enorm veel stof tot discussie op te leveren. De zaal vol geanimeerde toehoorders bleef in gesprek, tussen de sprekers door, en na afloop. Velen gingen met nieuwe inzichten naar huis. Een verslag.

De dag wordt geopend door Francine Mendelaar van Fonds Kwadraat (voormalig Materiaalfonds), met een korte toelichting op het fonds en op de locatie, Spring House. Vervolgens leidt Carlien Oudes van ArtWorlds de dag inhoudelijk verder in. Daarbij benadrukt zij de diversiteit aan invalshoeken waarmee het dagthema wordt benaderd. Zij heeft daarmee niets teveel gezegd, zo blijkt in de loop van de dag.

Sprekers Marie Baarspul (kunsthistorisch educator en projectleider ZomerExpo) bijt de spits af met een lesje kunstgeschiedenis.

pompei-stilleven-julia-felix-70

Wandschildering in Pompeï

Wat vooraf ging
In Baarspuls overzicht ligt de focus op de functie van beeldende kunst en van kunstenaars in de samenleving, vanaf de oudheid tot ver in de 19de eeuw. Dan blijkt dat de kunstenaar van nu, opgedreven door de dwang tot vernieuwing en originaliteit, al die eeuwen niet heeft bestaan. De pragmatische rol van kunst (visualisatie van macht en geloof) evenals de verwachtingen aan kunstenaars (vaklieden in dienst van opdrachtgevers) hebben al die tijd het beeld bepaald. Pas na de Verlichting, toen de verantwoordelijkheid voor het bestaan bij het individu kwam te liggen, kon de autonome kunstenaar ontstaan, wiens werk een blik op de wereld bood vanuit het persoonlijke gevoel.

Hierna volgen twee sprekers die op persoonlijke wijze het thema overpeinzen: kunsthistoricus Hans Janssen (hoofdconservator Gemeentemuseum) en journalist Kees van Twist (voormalig directeur Groninger Museum).


commedia

Peter van Breedael, Commedia dell’arte-voorstelling, 17de eeuw

Hans Janssen – Regels zijn om van af te wijken
Janssen vertelt zijn publiek over een ervaring in Italië, waar hij in een dorpje samen met een menigte kinderen een poppenkastvoorstelling volgde. Bron van het spel bleek de Commedia dell’arte, een theatervorm met wel 12.000 regels die poppenspelers zich eigen moeten maken, willen ze zich vakmensen kunnen noemen. Hun publiek veracht ook niet anders: het succes van het poppentheater zit hem namelijk grotendeels in het afwijken van die regels, die elke Italiaan van kind af aan kent. Zo bieden de spelers het publiek een andere blik op de werkelijkheid.

Overstappend naar Poetics van Igor Strawinsky stelt Janssen vast dat regels zijn om vanaf te wijken, sterker nog, ze zijn zelfs noodzakelijk om iets te kunnen creëren. Elke kunstenaar heeft volgens Strawinsky ‘obstakels’ nodig om de creativiteit te prikkelen, ongebreidelde kunstzinnige vrijheid levert niets op.

61x61 cm - 1999

Henk Helmantel, Stilleven, 1999

Kees van Twist – Hollandse originaliteit
Van Twist spreekt over originaliteit in zijn gelaagde beroepspraktijk. Als directeur van het Groninger Museum werd Van Twist vaak geconfronteerd met het begrip originaliteit. Zo legde hij aan Henk Helmantel uit waarom hij diens werk weliswaar knap vond, maar niet interessant voor zijn museum omdat het niet ‘origineel’ was: ‘Bij jou lijkt elke appel op een andere appel, Henk.’ Van Twist was veel meer geïnteresseerd in het originele handschrift van de kunstenaar, die vanuit eigenheid iets nieuws maakt. Helmantel ging toen de Chinese bronzen natekenen uit de destijds lopende tentoonstelling van het museum. Is dat erg, vraagt Van Twist zich af? Je kunt een goed vakman zijn en toch niet origineel.

Het project over Hollanders in New York zette Van Twist aan het denken over de originaliteit van de Nederlandse kunst. Hij realiseerde zich dat het vlakke landschap daarin leidend was en is. De directheid en de strakke lijnen ervan zijn inspiratie geweest voor Mondriaan, voor Hans van Manen, in de fotografie. De omgeving beïnvloedt de kunstenaar en in dat proces is originaliteit maar een heel beperkt idee.

zonnebrink-mondriaans-eerste-schilderij

Piet Mondriaan, Gezicht op de Jacobskerk in Winterswijk, 1898-99

Carlien Oudes – Mondriaan: opnieuw maar anders
Als beeldend kunstenaar en meelezer van de nieuwe Mondriaan-biografie is Carlien Oudes goed op de hoogte van de manier waarop deze kunstenaar met originaliteit omging. Haar beeldverhaal is nadrukkelijk een niet-kunsthistorische benadering van het onderwerp. Aan de hand van beelden van het werk van Mondriaan en tijdgenoot Theo van Doesburg laat Oudes zien dat originaliteit geen drijfveer was voor haar favoriete schilder en evenmin het streven anders of uniek te zijn. Mondriaans werk en zijn soms radicale keuzes kwamen voort uit een voortdurend aftasten van de omgeving en een zoektocht in het beeld zelf. Oudes legt de nadruk op de invloed van de omgeving in Mondriaans werk, maar in andere zin dan Van Twist dat doet.

Samen met haar publiek kijkt Oudes naar de beeldende implicaties van die invloed. Ze laat zien hoe de tussenvorm in Mondriaans figuratieve voorstellingen gaandeweg gelijk komt te staan aan de lijn, en hoe de horizon via de gulden snede ook in ogenschijnlijk geheel abstracte werken nog terug te vinden is. Ook ontzenuwt zij mythen over Mondriaan, bijvoorbeeld dat hij niet sociaal zou zijn. In dat opzicht beantwoordt hij helemaal niet aan het 19de-eeuwse beeld van de kunstenaar, scheppend in alle eenzaamheid en geheel vanuit zijn eigen gevoel. Mondriaan keek veel naar het werk van anderen, eerst van de Franse impressionisten onder wie Monet, later van Nederlandse collega’s zoals Suze Robertson, Van Gogh en Toorop. In de confrontatie met Stijl-collega Van der Leck blijken de twee kunstenaars via een andere weg op zoek naar hetzelfde: een schilderkunst die geen ander doel heeft dan uiting te geven aan – voorbij het picturale – van het visuele leven. Mondriaan komt dan uit bij werk dat bestaat uit lijnen, die nadrukkelijk geen afbeelding zijn en ook geen gevoelens of zielenroerselen weergeven. Alweer een verschil met onze ‘originele’, emotionele kunstenaar. Sterker nog, Mondriaan gaat zelfs zover dat hij het beeldelement ritme, een markering van beweging in de tijd, inzet als een ‘ordening van tijdsduur’. Ten slotte weet hij zijn Compositie met grijze lijnen met één draai van 90 graden de hele ruimte te laten beheersen.

650-img_2356_els-cornelis

Els Cornelis, ‘After… Graduation Works 2016’, 2016 met links de kopie naar Loydis Carnero, Werkbank, 2015

Els Cornelis – ‘After… Graduation Works 2016’
Met haar intrigerende afstudeerproject aan de Rietveld Academie, waarbij zij het werk van medestudenten exact kopieerde (of liet kopiëren) en opstelde, weet Els Cornelis de zaal aardig in beweging te krijgen. Na een korte wandeling door de afstudeertentoonstelling, voor een presentatie van het werk zelf, vraagt zij het publiek te reageren. Vragen genoeg:

Wat de aanleiding was voor haar werk? Cornelis vertelt vaak geconfronteerd te zijn met kunstenaars die dezelfde ideeën hadden als zij. Zij realiseerde zich dat wij allemaal beïnvloed worden door dezelfde ideeën, dezelfde omgeving, dezelfde internationale kunst, dezelfde academieopleidingen, dezelfde kunstgeschiedenis. Dit mechanisme wilde zij bevragen en onderzoeken. Mensen vragen: ‘Maar wat is nu úw werk?’ Cornelis noemt zichzelf een echte onderzoekskunstenaar. Haar kernvraag is: In welke mate is het nog mogelijk om authentiek te zijn in deze tijd?

Hoe de potentiele ‘gekopieerden’ reageerden? Een aantal was direct enthousiast, zoals Loydis Carnero, die zelf veel doet met originaliteit als onderwerp. Andere reageerden soms erg emotioneel en afwijzend. Iemand zei dat zij het gevoel had dat Cornelis haar ziel afpakte en haar werk kapot maakte door het te kopiëren. Cornelis ervoer dat in de tentoonstelling juist het omgekeerde gebeurde: bezoekers gingen door de kopie beter kijken naar het ‘originele’ werk.

Wat als de kopie werd verkocht? Wie geldt dan als de maker van het werk? Cornelis verwijst in haar titels naar de oorspronkelijke maker.

Wat zij hierna gaat doen? Het onderzoek naar authenticiteit gaat door, een nieuw project betreft Marcel Broothaers, die ‘over zijn dood heen’ zijn werk gaat voortzetten via Cornelis’ handen.

Hoe laat je je ziel zien in jouw werk? Een vraag van Kees van Twist, die dit gegeven beschouwt als de kern van kunst.
Cornelis: ‘Mijn ziel is het stellen van vervelende vragen, ik maak minder intuïtief werk, meer conceptueel’. Desondanks waren ook mensen ontroerd bij het zien van haar eindwerk. Het bewijst eens temeer het mechanisme dat men de kunstenaar moet kennen om iets te voelen bij een werk.

unknown-6 unknown-2


Muziek
Het muzikale intermezzo van Wim Janssen (drums) en Ziv Taubenfeld (basklarinet), met een korte inleiding van Wim over de rol van originaliteit in de jazz, is prachtig. Jazz is: improvisatie op improvisatie op eerdere stukken, waar de conservatoriumstudenten van nu weer op verder improviseren. Dit klinkt als nooit tevoren!

img_3011


Workshop
Tijdens de korte workshop door Petra Befort van HKU Kunst en Economie blijkt opnieuw hoe bevlogen en betrokken het publiek van deze dag is. Na een snel overzicht van mogelijkheden en valkuilen bij de reproductie van je eigen werk weet Befort met enkele vragen (Waarom multipliceren? Hoe? Wat zijn de gewenste resultaten?) iedereen tot discussie met een buurman of –vrouw te bewegen. Het geluid zwelt aan tot een waar tumult, hier valt duidelijk veel over te zeggen! De plenaire discussie erna gaat vooral over ‘geld verdienen’ als belangrijkste beweegreden om te multipliceren. Voor sommige is dit een degradatie van het originele werk, niet iedereen vindt zijn of haar eigen werk geschikt voor zo’n ‘verdienmodel’.

Meer sprekers

Geert Jan Jansen – Meestervervalser

jansen-1100x733


Op een dag als deze mag het verhaal van Geert Jan Jansen natuurlijk niet ontbreken. Zelf autodidact rolde hij gaandeweg in het ‘vak’ nadat hij zelf een vervalste Isaac Israëls op een veiling bleek te hebben gekocht. Het gemak waarmee hij de vervalsing kon doorverkopen, stimuleerde hem om te gaan werken in de stijl van kunstenaars, ook levende. Etsen van Chagall die hij zelf van kleur voorzag, litho’s en schilderijen van Karel Appel die de meester zelf voor echt aanzag, hij heeft het allemaal gemaakt en er een tijdlang goed van kunnen leven. In Frankrijk ging het mis, toen een pas afgestuurde kunsthistorica een fout in een valse signatuur ontdekte en er een expert bij riep. Zo’n 1600 schilderijen werden in Jansens atelier in beslag genomen, inclusief zijn eigen, onvervalste, kunstverzameling. Dat die collectie samen met de vervalsingen zou worden opgestookt, dat wist Rudi Fuchs via diens internationale contacten te voorkomen. Na zijn veroordeling is Jansen vooral zijn eigen schilderstijl gaan ontwikkelen. Hij exposeert zelfs af en toe.

Loydis Carnero, Muurkastje, 2015

Loydis Carnero, Muurkastje, 2015

Loidys Carnero – Eigen werk
Voormalig Rietveld-student, de Cubaan Loidys Carnero, is onderwerp in het eindwerk van Els Cornelis. Hier presenteert hij een aantal van zijn eigen werken, die – o Droste-effect – variëren op het onderwerp originaliteit. Zo volgde Carnero een Cubaanse fotograaf naar de locaties van diens foto’s, om deze zelf – jaren later-  opnieuw en vanuit dezelfde gezichtshoek vast te leggen. Een vervreemdende ervaring, om het verstrijken van tijd aldus in beeld bevroren te zien. In twee ander projecten nam Carnero de visualisaties uit intelligentieonderzoeken over als volwaardige tekeningen. Zijn fotoserie House Personality Test bevat opnamen van huizen in steeds dezelfde categorie (boerderij, schuur, villa) in Nederland en Cuba. Carnero onderzocht zijn integratie in Nederland met een project waarin meubelmaken centraal stond, volgens oude Nederlandse handleidingen waarvan Carnero de tekst niet begreep. De aldus ontstane wandkast richtte hij in met typisch Nederlandse producten. In dezelfde lijn liggen zijn projecten rond een wijnrek voor Nederlandse wijnen, een ligstoel waarop zijn eigen astmamedicijnen figureren en een bureau met aan deze binnenzijde van de kasten zijn complete afstudeerthesis afgedrukt. Ook bouwde Carnero een Rietveld-stoel volgens de handleiding van de ontwerper, die Rietveld zelf nooit heeft uitgebracht en timmerde hij zelf de werkbank die uiteindelijk als kopie terecht kwam in het eindwerk van Els Cornelis.

Frank Halmans, Ontwerp voor Mondriaan-monument (crowdfundactie onsuccesvol)

Frank Halmans, Ontwerp Mondriaan-monument (crowdfunding  onsuccesvol)

Paneldiscussie
Voor de plenaire discussie onder leiding van Carine van Santen (Kunststof Radio), nemen in het panel plaats: Els Cornelis, Aafke Steenhuis (winnaar ZomerExpo Publieksprijs 2015) en Bastiaan Gribling van Galerie Cityscapes in Amsterdam.

Stelling: Alles is afkomstig van anderen
Bastiaan Gribling stelt dat de markt vraagt om originaliteit. Maximaal reproduceren is mogelijk, maar je moet er wel integer mee omgaan. Desgevraagd vertelt Aafke Steenhuis dat zij voor haar werk De vluchtelingen werd geïnspireerd door het boek Dit zijn de namen van Tommy Wieringa. Iemand in de zaal zegt dat elke kunstenaar indrukken verwerkt tot een eigen verhaal, dat zijn altijd verwijzingen naar werk van anderen. Steenhuis reageert dat parallel veel dezelfde dingen in de wereld gebeuren. Zelf is zij op die manier al eens onterecht van plagiaat beschuldigt. Het is de tijdgeest, zegt iemand anders, de wereld is door snelle communicatie eigenlijk steeds kleiner geworden.
Els Cornelis werpt op: zijn de verschillen in kunstenaarsindividualiteit eigenlijk wel substantieel genoeg voor het voortbestaan van de beeldende kunst? Helaas komt er geen antwoord op deze interessante vraag, want de gespreksleider poneert de volgende stelling:

Stelling: je misbruikt andermans werk als je geen bron vermeldt
Uit de zaal wordt direct gereageerd: originaliteit en origineel werk zijn twee totaal verschillende dingen. Waar ligt de grens tussen kopiëren, inspireren, verwijzen? Wat is precies een concept, wie is ‘eigenaar’? Als je een ontwerp op vijf punten verandert, is het van jou.

Stelling:  Echte kunst komt uit je ziel en is daarom altijd origineel
Bastiaan Gribling: vanuit het waarde-aspect is originaliteit wel degelijk belangrijk.

Afsluiting Carlien Oudes sluit deze geanimeerde dag af met de vaststelling dat het onderwerp, belicht van zoveel verschillende kanten, veel heeft losgemaakt. Onder het genot van een borrel discussiëren de deelnemers nog lang verder…

taart

 

 

 

 

aw_logo

Stichting ArtWorlds

Amsterdam
info@klimaatexpo.nl

KlimaatExpo Nieuwsbrief

Terug naar de top