3 februari 2007
Hans Beerekamp
‘Byzantijnse’ muziek verdooft de pijn en veroorzaakt een roes
Parakálamos is een dorp in Epirus (Noordwest-Griekenland), omgeven door velden en bossen en niet ver van de Albanese grens. Ondanks het stoffige voorkomen maakt het uitzicht op hoge bergen het landschap tamelijk aantrekkelijk. Van oudsher is Parakálamos een zigeunerdorp, maar de ‘yifti’ vormen tegenwoordig niet meer de meerderheid, al wonen er nog steeds veel. In het centrum vind je de kleine winkel van Yiannis Chaldóupis, die tweedehands klarinetten verkoopt en repareert. Omdat hij elf jaar in Amsterdam heeft gewoond, staat hij in deze streken bekend als Yiannis Hollandos.
Zelf is Yiannis een begaafd klarinospeler, die zelfs uit een mondstuk alleen nog muziek weet te halen. De klarino is een iets ander type instrument dan de klassieke klarinet: minder beslag en meer openingen. Een zigeunerensemble bestaat doorgaans uit klarino, viool, luit en defti, een soort trommel. Jarenlang speelde Yiannis met zijn broer en andere yifti op zaterdag op de Noordermarkt in Amsterdam. In het uit twee kamertjes bestaande huis dat hij al vijf jaar ‘tijdelijk’ in Parakálamos bewoont, met zijn Nederlandse vrouw Nellie Kramer en twee kinderen, hangen een gravure van de Brouwersgracht en een kerkje in Waterland. Een hoek is helemaal gevuld met cd’s van traditionele Epirotische volksmuziek en vele soorten yifti-muziek, waaronder ook de in de clubs populaire zigeunerjazz.
Nellie probeert systematisch de muziek te digitaliseren en maakt er cd’s van. Ze doet deze inventarisatie van een langzaam uitstervende cultuur uiteraard zonder subsidie, voor eigen risico en rekening, op een oude huishoudcomputer. Veel belangstelling is er voor opnamen van de oude meester Vangelis Chaliyiannis. Volgens Yiannis en Nellie is de verkoop van cd’s eigenlijk wat het beste loopt in hun zaak, waar je vanaf twee tot driehonderd euro al een gebruikte klarino kunt vinden, maar ook visgerei en pikante damesslips.
Ze zijn nogal pessimistisch over hun economische vooruitzichten. Volgens Yiannis wordt Griekenland steeds armer en zal het verschil met Albanië over vijf jaar niet groot meer zijn. Ook het aantal uitnodigingen om op te treden wordt steeds kleiner. En maar zelden wordt hier voor een afgesproken honorarium gemusiceerd. De kunst is om het publiek zo te bekoren dat ze geld naar de speelmannen werpen. Aan het begin van de avond zijn dat biljetten van vijf of tien euro, ‘s nachts en in de vroege ochtend kunnen het ook vijftigjes en honderdjes worden. Yiannis: „Het lijkt een beetje op jagen. Je moet precies aanvoelen wat de mensen willen horen, goed kijken en luisteren, en op het juiste moment met je muziek toeslaan. Ook door de drank en het late uur kan het ineens komen.”
Een van de specialiteiten van de zigeunermuzikanten zijn bruiloften, waarbij het de kunst is om de grootmoeder van de bruid aan het dansen te krijgen. Ook dat kan lang duren, maar succes wordt uiteraard door de hele familie ruimschoots beloond.
Yiannis en Nellie laten ons allerlei soorten muziek horen, maar niets lijkt op de meer Midden-Europese zigeunermuziek, die in Nederland het meest bekend is. De Griekse klarinospeler Petros Loukas is wel beroemd in West-Europa. Yiannis respecteert hem, maar noemt Loukas „geen echte yifti”. De verschillen luisteren nauw: naast de grotendeels op een vaste plek wonende yifti, zijn er de meer nomadische ‘tsiganos’. Beide groepen zijn Roma, Yiannis zegt dat hij in Griekenland geen Sinti kent.
Zijn favoriete klarinospeler, van wie in de winkel ook een groot affiche hangt, is Vassilis Saleas, een tsigano. Zelf speelt Yiannis van alles, van de meeslepend-treurige Epirotische balladen tot swingende jazz. Maar wat hij het liefst speelt zijn melodieën die hij improviserend verzint. Hij noemt dit ‘byzantijnse muziek’, als ik het goed begrijp. Wat hij laat horen is betoverend, bijna bezwerend, en buitengewoon melancholiek. Yiannis: „Dit noem ik narcotische muziek.” Het is duidelijk dat hij daarbij duidt op beide functies van narcotica: pijn verdoven en een roes veroorzaken, zoals de Amerikaanse blues.
Toen Nellie vijf jaar geleden Yiannis terugvolgde naar Parakálamos, betekende dat uiteraard ook een keuze voor het zigeunerleven. Yiannis erkent dat de acceptatie van Roma in Griekenland misschien beter is dan in sommige andere Balkanlanden. Ze spelen een belangrijke rol in de economie. In veel dorpen kun je regelmatig marskramers met een luidspreker op hun auto zien langskomen, maar de yifti helpen ook wanneer er plotseling veel arbeidskracht nodig is. Het plukken van paddestoelen – de Epirotische boleten en cantharellen zijn wereldberoemd – wordt hier bijvoorbeeld bijna uitsluitend door zigeuners gedaan. Yiannis jaagt – hij legt tijdens ons gesprek plotseling een gisteren geschoten, geplukte houtduif op tafel – en vist: er zijn ook veel foto’s te zien van meervallen, reuzenforellen en andere trofeeën.
Yiannis en Nellie hopen op subsidie voor het bouwen van een huis in Parakálamos. De grond hebben ze al gekocht, vlak achter het huisje waar ze nu wonen. Maar of het gaat lukken? Zoals op veel vragen antwoordt Yiannis, in zijn wat roestige Nederlands: „Moeilijk, heel moeilijk.”
EXPEDITIE EUROPAWEEK 13: METSOVO-DRAMA 495 KM
Over de aloude Via Egnatia gaat de expeditie verder richting Turkije. In Grieks Macedonië vormen twee kleine stadjes halteplaatsen, die politiek minder correcte producten exporteren: zoals bont voor Oost-Europa uit Siátista en tabak uit Drama.
Aan zee is het warm voor de winter en in Thessaloniki zitten de terrassen vol. Bijna alles in en aan de Expeditie Europa Mercedes-bus doet het weer, zelfs een noodzakelijk onderdeel van de gaskachel is uit Duitsland naar ons onderweg.
<< Expeditie Europa #12 Expeditie Europa #14 >>