Naar de Anus: een natuurlijk archief voor de toekomst langs de E34

Door Carlien Oudes

“Dan gaan we naar de anus”, zegt mijn vriendin met pretogen. Anus in de zin van anus? “Jaha, heel groot, daar kan je ook in overnachten.” Het is de Casanus van Joep van Lieshout en het staat samen met duizenden andere kunstwerken in een geweldig kunstlandschap op een voormalig industrieterrein in Kemzeke, net buiten Antwerpen aan de snelweg E34. Op een zomerse zondag, eind augustus, gingen wij erheen.

Onze tentoonstellingen willen geen oase zijn. Onze presentatie is onaf, in beweging, ongepolijst, contradictorisch, slordig, complex, onharmonieus, levend en onmonumentaal, zoals de wereld buiten de museummuren.

Dat is de bevlogen missie van de Verbeke Foundation. Cultuur, natuur en ecologie komen samen op twaalf hectare natuurgebied en 20.000 m2 overdekte ruimten. Het is een van de grootste privé-initiatieven voor hedendaagse en moderne kunst in Europa. Een broedplaats in optima forma. Kunstenaars kunnen er in residentie, bezoekers kunnen er blijven slapen en grotere en kleinere tentoonstellingen wisselen elkaar af. Bij de totstandkoming van dit grillige kunstlandschap is geen adviseur aan te pas gekomen, heeft geen architect een gebouw ontworpen en is er geen subsidie verstrekt. Het is allemaal te danken aan de gedrevenheid van het echtpaar Geert en Carla Verbeke-Lens.

De Verbekes zijn verwoede verzamelaars. In de loop der jaren hebben ze zo’n 2000 collages en kunstwerken van hedendaagse kunstenaars verworven. Geert Verbeke, die ooit begon als tuinarchitect, kwam via de handel in veevoer uiteindelijk in de transportsector terecht. In 2004 verkocht hij zijn transportbedrijf. Hij keerde deels terug naar zijn oude stiel en begon een reusachtige plantenkwekerij die hij verweefde met de beeldende kunst. “Een complex in volle opbouw en in permanente staat van verandering. Een belangrijke voorwaarde om kunst te laten floreren”, aldus Geert Verbeke.

foto 2

Het werk van Martin uit den Boogard

Kunst kan er groeien dus. Logisch dat biokunstenaar Martin uit den Bogaard (NL, 1944) zich er als een vis in het water voelt. In het midden van de entreehal is zijn Archieflab 1989-2014 opgesteld. Kasten gevuld met potjes dode dieren op sterk water en allerhande verzameld ‘levend’ organistisch curiosa. Zijn werk gaat over de voor hem niet bestaande grens tussen leven en dood. De energie die vrijkomt bij het rottingsproces van dode dieren zet hij om in zang, beeld en beweging. We treffen de kunstenaar met grijze baard op een vouwfiets. Hij vertelt gedreven over het evenwicht die de homeostase teweegbrengt; meercellige organismes zijn op elkaar afgestemd en volgen een cyclisch patroon.

Onze hersens kraken en ik realiseer me dat kunst zich ook binnenin ons afspeelt. Tegenover het archief is het werk van een antropomorfisch kunstenaar. We zien dieren in een, soms absurd, schouwspel. Stan Wannet (NL, 1977) is in 2007 meer dan een half jaar in residentie geweest in Kemzeke. De Verbekes hebben zijn werk in collectie. We zien hyperintelligente hazen. De ene haas werkt als ‘verslaggever ter plaatse’ en typt z’n correspondentie uit op een antieke typemachine. De andere haas schrijft een reeks wiskundige formules op papier; die vervolgens door de versnipperaar gaan. In het midden is er een aantal lugubere schouwspellen met honden en paarden. Wannets werk getuigt van een sterk staaltje artificiële intelligentie.

foto

Stan Wannet

Daartegenover in de hal staan gewone keukenattributen. Het ‘evenemententerrein’ van de Verbekes wordt gelijktijdig gebruikt voor groepsuitjes. Die dag was er een grote groep mensen die een ‘gerechtenroute’ volgde. Vlak voor het werk van Frank Gribling was er een opstelling van allerhande keukenmateriaal en grote dozen reclamefolders.

De Zomertentoonstelling 2015 van de Verbekes heeft de naam van een ijsvogel: Alcedo atthis. Een deel daarvan is het project Archief voor de toekomst, dat in samenwerking met het BKKC in Tilburg is gemaakt. Centraal staat de thematiek van hoe we omgaan met het behoud en beheer van oeuvres van hedendaagse beeldend kunstenaars. Dat sluit natuurlijk aan bij het gedachtegoed van de Verbekes. Alles hier ademt de sfeer van leven maar ook van bederf. Welke kunstwerken je hiervoor in bescherming wilt nemen, laat bijvoorbeeld Martin uit den Boogaard in zijn werk zien. De ruimte van De Foundation is niet klinisch en stofvrij, zoals een museum waar conservatoren conserveren en het klimaat zorgvuldig wordt gereguleerd. In deze ruimte voel je aan den lijve dat kunst de tijd ondergaat.

foto 1

Jacobus Kloppenburg, Artchive for the Future

Aanleiding om dit thema in beeld te brengen, is het containerpaviljoen naar het ontwerp van Jacobus Kloppenburg (Amsterdam, 1930) op het voorterrein. Nadat het grootste deel van Kloppenburgs Artchive for the Future op last van de gemeente Amsterdam was vernietigd, namen de Verbekes 2008 werken van de kunstenaar op in de collectie. De resterende collectie is permanent te zien.

We lopen er doorheen. Tekeningen, schetsen en ideeën. Het wekt de indruk van een onvoltooid kunstenaarschap en de belofte van wat had kunnen zijn en de nieuwsgierigheid naar wat er verloren is gegaan.

Foto bij artikel: Joep van Lieshout, Casanus, bron: Verbeke Foundation. 

foto6

Binnenkijken bij Casanus

aw_logo

Stichting ArtWorlds

Amsterdam
info@klimaatexpo.nl

KlimaatExpo Nieuwsbrief

Terug naar de top